Voor Ben

Gedicht ‘fragment’ van Eduard Ditmar, oftewel Ben van Bommel, en gedicht ‘Heel’ van Peter Noordhoek

Foto’s: Kim van Egmond

Onder het motto ‘Ik ben’ werd door Chris van Chris Bellekom en Jeffrey van Geenen een bijzondere avond van ‘Dichters op Donderdag’ georganiseerd voor onze nestor Ben van Bommel.

Ook ik had en heb alle reden om de band met Ben te koesteren. Zeker in de periode dat ik stadsdichter mocht zijn was hij mijn maatje en dat is hij nog steeds. Zonder hem, zijn ideeën en zijn werk, was er geen De Goudse Dichtersschool van de grond gekomen.

Maar wat doe je dan op zo’n avond? Chris Bellekom had iedereen die wilde komen (velen!) gevraagd om een gedicht van Ben voor te dragen. Dat wilde ik natuurlijk ook doen, maar ik wilde vooral ook zelf een gedicht voor Ben schrijven.
Tussen alle dagelijkse dingen door ben ik dat gaan doen, maar het ging nog bijna mis. Snel zoekend naar een gedicht van Ben, las ik een van zijn gedichten maar half. Een mooi portret van een jongetje in de oorlog, lief en fijnzinnig, in drie strofen. Doen, dacht ik snel. Ik schreef door aan mijn eigen gedicht en de dag voor Dichters op Donderdag wilde ik nog even het gedicht van Ben teruglezen. Een stomp in mijn maag kreeg ik toen ik op de volgende bladzijde het vervolg zag. Een briljant gedicht, maar zwaar. We kennen Ben als extravert en vol humor en zo wilde ik hem ook graag in het zonnetje zetten. Maar toen bedacht ik dat hem geen recht zou doen door alleen de eerste helft van zijn gedicht voor te lezen. Toen herlas ik de titel: ‘Fragment’ en liet ook dat tot me doordringen. Vervolgens herschreef ik mijn eigen gedicht en gaf het de titel ‘Heel’ mee. In volgorde publiceer ik beide gedichten hier.

Fragment

Brokstukken van de 
vorige dag leggen stil
her en der verspreid
getuigenis af van
wat nu open veld is

Het jongetje verschijnt
tussen stoffige stenen
alsof hij niet vaker
is geweest – en zoekt
naar wat niet meer is

Zijn gebreide slobbertrui
voedt het vermoeden van
een eerdere drager, die 
wat ouder is dan hij met 
z’n veel te grote broek

De schoenen zijn groot
genoeg om te schuifelen
gelukkig kan hij niet vallen 
over ontbrekende veters
– en dan stokt zijn lijf

Wat valt nog te zeggen

De kogel maakt een plofje 
in zijn borst
ergens moet iemand zijn die dit ziet
met zacht geruis zakt zijn lichaam
op de harde grond – stilte heerst
daar ligt nu niet alleen maar steen

Eduard Ditmar & Ben van Bommel

HEEL

Ik dicht toe:
de dichter van liefde en ongemak
Al zegt Ben; die ben ik niet, maar wel:
Eduard Ditmar
Toch wijs ik dat nu af
Want de naam is best 
maar trekt de kar niet;
Eduard is niet geschikt als pseudoniem
want Ben is niet goed in anoniem zijn
Voor mij is er geen beter Bennoniem dan Ben

Dus zeg ik, plaatsvervangend,
Ik ben Ben
En omdat ik Ben ben
Ben ik alles:

De dichter die als een stier
in woorden rode lappen ziet en
de chaoot die in echte en schijnbare chaos 
zijn ziel-zeil ziet
Die daarin beelden vangt, vaak om niet
Of beter: daarin de gok ziet
naar wat het onverwachte biedt
Die alles toestaat wat niet recht
of op rijm blijft staan
En bulderend op hol blijft slaan
En dat mag, dat moet,
want dat is waarin Ben meer vindt
dan een ander ziet
Als hij uit liefde of ongemak
in hemzelf de Pierot verzint
Of het kind toont
en niet de psycholoog of ziener toont
die hij ook is
maar slinks verborgen houdt

Dus Ben is Ben 
Een man van trui en bier
Van radio en plezier
Van de grap
Een snijdend terzijde
En de soms wat slecht getimede 
luide bulderlach in drieën

Toch, zie ook in Ben 
het scherpe verstand dat lijnen
aanhaalt en weer reeft
Los maakt in zijn ziel-zeil
Vol verbanden en relaties
En die aanhaalt naar het hier en nu
Naar de dingen die nu gedaan moet worden
De koppels die nu bediend moeten worden
De mails die ook nu weer om actie vragen

Maar en tegelijk
ook iemand die dingen gaat beschrijven
die boven komen drijven uit 
een gemoed vol weemoed
Want ’s-avonds en op andere stille tijden
zijn er de achtertijden
van zijn langer leven
waarin veel terugleidt naar een jeugd en oorlog
en waarin Eduard en Ben nog samen schrijven
en zich binden in een enkel gedicht

En wij in verwondering, afschuw
Maar ook in bewondering
voor de man, 
de kunstenaar,
lezen wat in zijn ziel-zeil
als fragment
werd gedicht
en Ben tegelijk
zo heel mooi heel laat zien

Peter Noordhoek

10-10-24