Gelezen, gedicht, geopend. Een overzicht van gedichten en hun bundeling
Of Peter Noordhoek een
dichter is, is betwistbaar, niet in het minst voor hemzelf.
Woorden hebben vele vormen
en ik ken er veel te
weinig
om zeilend door de stormen
ze te zetten naar mijn
hand
en de pen te laten rusten
na balanceren op een rand
Mijn wrevel is als
branding
die steeds weer wegvaagt
wat ik in verwondering
heb geschreven in het
zand:
een verwarde beschrijving
Van leven op een rand
Woorden. Er zijn er zoveel van. Maar welke gebruik je
op welk moment? Ook in een tijd van beeldcultuur zijn woorden niet overbodig.
Niet in gesproken vorm, maar zeker ook niet in geschreven vorm. Wie de woorden
heeft, kan de wereld krijgen. Het is wel zaak steeds kernachtiger te worden in
hoe je woorden inzet. En steeds speelser, want mensen willen ‘getriggerd’
worden en dan kom je eigenlijk steeds meer in het domein van de poëzie
uit.
Deze woorden zijn geschreven in
de vorm van strak rijm. Die vorm heb ik al lang losgelaten, maar wat blijft is
de behoefte om ook in de gedichten een verhalende boodschap zo over te brengen
dat deze begrijpelijk is voor iedereen die een beetje begrijpend kan lezen. In
die zin is elk gedicht ook nog een kleine daad van verzet tegen de in mijn ogen
elitaire gesloten poëzie van mijn jeugd. Of anders gezegd: ik beschouw ‘A
Whiter Shade of Pale’ van Procol Harum nog steeds als een half gemiste kans
vanwege de moeilijk doenerij van de tekstschrijver. Het blijft
prachtig, maar wat had dit niet kunnen worden bij een tekst en melodie die Bach waardig zou zijn? Een kunstopvatting
waarin extreem schrijven per definitie superieur wordt gevonden aan ‘gewoon’
schrijven zal ik nooit delen. Dit leidt in de praktijk zelden tot iets dat grenzen
opent naar een betere wereld. Maar wat is het alternatief? De weg naar kunst
begint doorgaans met meer kunde, maar zoveel kunde dicht ik mij niet toe. Maar
ik blijf manmoedig oefenen, leren en experimenteren. Al struikelend dus, want
al ben ik inmiddels vrij van rijmdwang, toch hang ik soms nog wel gevaarlijk
dicht tegen prozagehakt aan. Gelukkig heeft de lezer het laatste oordeel.
Dit zijn de belangrijkste thema’s en bundels zoals die op deze site te vinden zijn. Na de meest actuele gedichten, staat hieronder een toelichting voor de rode draden binnen elk thema of bundel.
• Poëzie voor Gouda en omstreken
• Poëzie gebundeld
• Poëzie en verhalen
• Poëzie voor kerst en nieuwjaar
• Poëzie voor verdrietige momenten
• Poetry in English
Inmiddels zijn er weinig
thema’s waar deze bijna-dichter nog geen gedichten over gemaakt. Bij de finale
van de stadsdichtersverkiezingen heb ik voor mijn gevoel mijn laatste barrières
genomen door een liefdesgedicht voor Loes, mijn vrouw te maken en voor te
dragen. Daarmee zocht ik het gevaar echt op.
Gouda
Diezelfde
stadsdichtersverkiezingen zijn naast het dichten over Gouda en de actualiteit
(Corona! Zie hieronder), ook een tijd geworden om te bouwen aan mijn doel om
gedichten toegankelijker te maken voor een breder publiek. In Gouda is de
laatste jaren een hele actieve dichtersgroep gekomen, niet in het minst
aangespoord door mijn voorgangers als stadsdichter. Altijd is er echter het
risico dat het dichten tot een te kleine groep beperkt blijft en wegkwijnt als er
niet voortdurend aan wordt getrokken. Om die reden heb ik het initiatief
genomen voor de Goudse Dichtersschool, en heb ik voor de festiviteiten van 750
jaar Gouda gekozen voor een benadering waarbij toegankelijke gedichten worden
gekoppeld aan historische en ingekleurde foto’s, beelden, van Gouda. Allen worden
via QR-codes, posters en een app toegankelijk gemaakt en er worden routes
neergelegd waarlangs gewandeld en gefietst kan worden. De beelden en gedichten
die daar aan zijn verbonden worden in april 2022 ook in boekvorm gepresenteerd: “Gouda in Beeld en
Gedicht”.
Hiernaast zijn er een aantal
thema’s in mijn poëzie die de moeite waard lijken om toe te lichten. Ook omdat
ik daarin vaak net even anders dan anderen de thema’s selecteer waarover ik
dicht.
Kerst en nieuwjaar
Dat start heel simpel bij het
schrijven van een jaarlijks kerst- en nieuwjaarsgedicht. Een cliché als thema,
maar al bijna 30 jaar op een net steeds andere wijze verwoord en van een
wisselende vormgeving voorzien. In 2019 zijn er 25 gebundeld, inclusief
kerstkaarten. De bundel ‘Bezinnen en Beginnen’ is te bestellen via Uitgeverij Meer d>n Nu.
Datzelfde geldt voor andere bundels, maar vele zijn hier ook te downloaden.
Clichés en mijn streven om
daar niet toe te vervallen, zijn eigenlijk een apart thema. Als man van het
midden zoek ik mijn heil niet in extreme vormen van woordgebruik en zal ik
zelden schelden. Dat wil echter niet zeggen dat mijn boodschappen en vormen
voorspelbaar of risicoloos zijn. Maar wat wel? In de jubileumbundel uit 2005 ‘Clichés op zoek naar de waarheid’ zoek ik de strijd met de
clichés echt op, ondersteunt door een bijzondere vormgeving met grafisch werk
van Handan Arik. In een volgende jubileumbundel van 2010 ‘Kleur de Klei’ zet ik
die strijd of zoektocht voort en dan klinkt de actualiteit van 9-11 en politieke
gebeurtenissen er ook in door. Als illustratie worden dit keer kunstuitingen
gebruikt die mij dierbaar zijn.
Werkwoorden
Maar wie heeft er hier
eigenlijk een probleem met clichés? Er is één cliché dat andere dichters
angstvallig en ten onrechte lijken te vermijden: werk. Over alles wordt
gedichten gemaakt, maar niet over die ene plek waar we misschien wel het
grootste deel van ons leven doorbrengen: de werkplek. Ten onrechte. In ‘Werkwoorden. Een bundel organisatiepoëzie’ zijn de gedichten
verzameld zoals ik die gedurende een aantal jaren heb verzameld, vertaald en
zelf heb gedicht. Dat heb ik gedaan in de vorm van een management boek, met
korte verbindende teksten. Helaas, uitgevers van managementboeken vonden het te
poëtisch, literaire uitgevers vonden het teveel management. Welke uitgever gaat
inzien dat de combinatie juist voor een verveelvoudiging van publiek zorgt?
De dichter en de democratie
Enigszins verwant is de collectie
zelf geschreven poëzie die raakt aan politiek, bestuur en democratie. Langzaam
maar zeker komt er het moment dat ik daar een bundel van kan maken, maar zover
is het nog niet. De door de jaren heen geschreven gedichten zijn hierin
verzameld. Dit is minder uniek. Poëzie wordt ook in de openbare arena regelmatig
ingezet, maar dan vooral als ‘gelegenheidsgedicht’. Als stadsdichter in
Coronatijd heb ik kunnen voelen hoe veel verder het kan gaan. Als de politiek
stilvalt wordt de poëzie gehoord.
Corona en de stadsopener
Er is geen moment dat we meer
die publieke impact van poëzie hebben kunnen voelen als bij de uitbraak van
Corona. Corona is geen cliché. Was het maar waar. Maar voor mij als
stadsdichter heeft het een hele bijzondere betekenis gekregen. Op 7 maart 2020
werd ik gekozen, in een bijeenkomst die achteraf best een
‘superspreader’ had
kunnen worden. De woensdag erop, ook nog
eens midden in de Boekenweek, ging Nederland op slot. Ik heb vaak te horen
gekregen dat dat toch echt pech voor mij was en heb zelfs ter compensatie een
verlenging van mijn stadsdichterschap gekregen (tot november 2022). Voor de
evenementen waarop ik kon voordragen was dat inderdaad heel vervelend. Mijn
balboekje raakte al vol en ging gelijk weer leeg. Maar tegelijk heb ik het
gevoel dat de gedichten veel beter gelezen zijn dan anders het geval zou zijn. Mijn
productie is er in ieder geval door omhoog gegaan. In een digitale bundel “Stadsdichter in Corona, de 1e
fase” is de door mij bedichte ervaringen in Coronatijd bij elkaar
gebracht. Het lijkt logisch dat dit op z’n minst ook het thema wordt van de
bundel zoals die, zoals gebruikelijk, na afloop van de termijn als stadsdichter
wordt uitgebracht. De hoop is dat deze stadsdichter dan een stadsopener is geworden.
Terug naar de dood
Terug naar het thema van de
clichés, om dan uit te komen bij wat, naast de liefde, misschien wel het
grootste cliché van allemaal is: de dood. Een onontkoombaar cliché en één waar
we ons terecht tegen verzetten. Het is juist in dat verzet dat prachtige
troostrijke gedichten ontstaan. Hoe moeilijk en confronterend ook, het hoort al
jaren tot het deel van het dichterschap dat de meeste bevrediging geeft. Dat
ontdekte ik al in mijn jeugd. Daar ben ik absoluut niet de enige in geweest,
maar daar ben ik naar mijn mening op een bijzondere wijze mee omgegaan bij de
gedichten in ‘Over de rand’, zie hieronder. Het was een radicale oefening in
empathie. Het kwam pas veel later terug weer terug bij de ziekte en het
overlijden van mijn ouders en omdat ik werd gevraagd gedichten te leveren voor
een bundeltje ‘troostwoorden’. Niet veel later werd ik onderdeel van de
‘dichters van dienst’ die de ‘eenzame begrafenissen’ van de gemeente Gouda
begeleiden. Dat is dankbaar werk, niet alleen vanwege van het uitzoeken van het
op hele korte termijn achterhalen van het verleden van de overledene en het
maken van het gedicht, maar ook omdat bij nagenoeg alle eenzame begrafenissen
er wel degelijk mensen aanwezig zijn en het uitspreken van het gedicht vaak
heel veel doet. Als stadsdichter zijn daar moeilijke maar mooie opdrachten bij
gekomen in het kader van 4 mei en de holocaustherdenking en, heel bijzonder, in
het begin van mijn stadsdichterschap een gedicht bij het herbegraven van 56 kinderen
en volwassenen die in de staart van de tweede wereldoorlog om het leven zijn
gekomen. Een bundel “Voor
wie nog ademt” is
in wording.
Het is zeker bij dit thema dat ik de samenwerking met iedereen die bij de
begrafenissen en herdenkingen betrokken zijn, van burgemeester tot behulpzame
buurman, te bedanken voor de altijd warme contacten.
Over de rand
Het plan was om in juni 1988 te
gaan trouwen. Voor ziekte heb ik me nooit erg kwetsbaar gevoeld en ik ben die
winter uitgekomen met een verwaarloosde griep. In april begonnen eerst mijn
enkels op te zwellen, daarna mijn polsen. Ik bleef werken, maar al snel was ik
niet meer mobiel. Wat was er aan de hand? Het zou toch geen reuma zijn? Wat doe
ik Loes aan? Achteraf is het waarschijnlijk dat ik een aanval van een longziekte,
Desnier Bouck, heb gehad. Maar tegen de tijd dat die diagnose werd gesteld
waren de meeste symptomen al aan het verdwijnen. Uiteindelijk ben ik zonder merkbare
verschijnselen in het huwelijk getreden en gelukkig zijn de symptomen ook nooit
meer teruggekomen. Ontsnapt.
Je weet nooit, zelfs niet in
het gesprek met jezelf, wat oorzaak is en wat gevolg. In ieder geval heb ik in
die periode op een dag al mijn gedichten verzameld zoals ik die vanaf het begin
heb geschreven. Deze ben ik op de vloer van mijn kantoorkelder gaan leggen,
zoveel mogelijk geordend. Er waren gedichten over studeren, liefde, werk en
ouder worden. Er waren gedicht vol emotie, andere waren heel beschouwend. Het
geloof kwam aan bod. Sommigen waren de gedichten van iemand die puur intuïtief
waren gemaakt. Behoorlijk gek eigenlijk. En opeens zag ik het: er lag een leven.
Toen ben ik teksten gaan schrijven die de stapeltjes met elkaar verbonden. Toen
werd de kelder opeens een zolder en zat er een oude man bij een koffer. De man
deed de koffer open en ontdekte daarin zijn gedichten en keek zo terug op zijn
leven.
De bundel ‘Over de rand’ is
nu als het ware mijn geweten als dichter. Nier omdat het per se mijn beste
gedichten zijn, maar omdat ze vangen wat ik zo graag wil vangen: het leven in
al haar vormen.
- Northedge
- Meer d>n Nu
Stichting Raad op Maat
- Goudse Dichtersschool
- Stichting Stadsdichters Gouda
-
Gouda in Beeld en Gedicht
- IVBB /NVO
- Kandidaatkiezer
Peter Noordhoek
Oosthaven 15 -16
2801 PC Gouda
+31 (0) 6 53488078
Email privé: peter@noordhoek.nl
Email werk: dpn@northedge.nl